Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet medezeggenschap op scholen

 

Artikel 24 Inhoud medezeggenschapsreglement medezeggenschapsraad
1
In het reglement wordt in ieder geval geregeld:
a
het aantal leden van de medezeggenschapsraad;
b
de wijze waarop aan de desbetreffende scholen toepassing wordt gegeven aan artikel 3, derde lid, onderdeel b, sub 2°;
c
de wijze en organisatie van de verkiezingen van de leden van de medezeggenschapsraad;
d
de zittingsduur van de leden van de medezeggenschapsraad;
e
indien een lid van de schoolleiding dan wel een personeelslid dat is benoemd of te werk gesteld en is belast met managementtaken ten behoeve van meer dan een school is opgedragen om namens het bevoegd gezag op te treden in besprekingen met de medezeggenschapsraad, in welke gevallen op verzoek van de medezeggenschapsraad het bevoegd gezag zelf deze besprekingen met de raad voert;
f
de wijze waarop het bevoegd gezag informatie verschaft aan de medezeggenschapsraad;
g
de termijnen binnen welke tot instemming of onthouding van instemming dient te worden besloten, en de termijnen binnen welke advies dient te worden uitgebracht;
h
de bevoegdheden van de medezeggenschapsraad die aan de themaraad worden overgedragen dan wel de bevoegdheden van de medezeggenschapsraad waarin de deelraad treedt;
i
in welke gevallen en op welke wijze de medezeggenschapsraad alle bij de school betrokkenen betrekt bij de werkzaamheden van de medezeggenschapsraad;
j
in welke gevallen geheimhouding wordt betracht;
k
de procedure voor de beslechting van die geschillen tussen het bevoegd gezag en de medezeggenschapsraad waarvoor deze wet niet in een geschillenregeling voorziet.
2
Indien de medezeggenschapsraad een aan de raad toekomende adviesbevoegdheid wenst om te zetten in een instemmingsbevoegdheid, dan wel een instemmingsbevoegdheid in een adviesbevoegdheid, of een geleding een aan die geleding toekomende instemmingsbevoegdheid wenst om te zetten in een adviesbevoegdheid, respectievelijk een geleding een aan die geleding toekomende bevoegdheid wenst over te dragen aan de medezeggenschapsraad, wordt die omzetting respectievelijk die overdracht in het reglement geregeld. Voor een omzetting en een overdracht als bedoeld in de eerste volzin is de instemming van het bevoegd gezag vereist.
3
In het reglement kan tevens worden geregeld dat door het bevoegd gezag te nemen besluiten met betrekking tot nader in het reglement te omschrijven aangelegenheden die niet reeds in de wet worden genoemd, instemming dan wel advies behoeven als bedoeld in de artikelen 10, 11, 12, 13 of 14.
4
In het reglement kan voorts worden geregeld:
a
de voorwaarde dat leerlingen, die tot de school zijn toegelaten met toepassing van artikel 58, eerste lid, van de Wet op het primair onderwijs, artikel 60, eerste lid, van de Wet op de expertisecentra of artikel 48, eerste lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs, alsmede hun ouders, slechts kandidaat kunnen worden gesteld voor verkiezing tot lid van de medezeggenschapsraad, indien zij hebben verklaard de grondslag en de doelstellingen van de school te respecteren;
b
over welke aangelegenheden op grond van artikel 6, derde lid, wordt overlegd met elk van de geledingen afzonderlijk.
5
De voorwaarde, bedoeld in het vierde lid, onderdeel a, kan slechts worden toegepast, indien zij door of namens het bevoegd gezag voorafgaand aan de toelating aan de betrokkenen bekend is gemaakt.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •